Musha Shūgyō: de training van de krijger

Written by Stephen Snelders mei 3rd, 2013

 
Close

Het was in Japan heel gebruikelijk dat zij die meester wilden worden van de zwaardvechtkunst door het gehele land van dojo naar dojo reisden. Dit werd musha-shūgyō genoemd: de training van de krijger.

Het reizen zelf en de ontberingen die daarbij werden geleden waren een essentiëel onderdeel van deze traning, reden waarom musha-shūgyō in het Engels wel vertaald wordt als ‘austere training in swordsmanship’. We kunnen hier spreken van een ascese als middel om de mentale gesteldheid van de krijger te bereiken, in staat om wat dan ook onder ogen te zien en er een oplossing voor te bedenken. Dit is een ascese in de oorspronkelijke Griekse betekenis van het woord (άσκησις), de training van de atleet met de discipline die daarbij hoort.

De voorschriften voor de leerling-krijger

De Japanse manie om alles in regels vast te leggen voerde in de Edo-periode tot het vastleggen van het leven van de musha-shūgyōsa, zij die trainden om krijger te worden, in een aantal voorschriften. De Bukyo shigen noemt ze als volgt:

  1. Verdraag hitte en koude, wind en regen, en bewandel bergpaden en zwaar begaanbare wegen.
  2. Slaap niet onder een dak; beschouw het als fundamenteel om in de open lucht te slapen.
  3. Wees geduldig bij honger en kou. Draag geen geld of voedsel mee.
  4. Als er een veldslag is op de plaats van bestemming, neem deel en verricht verdienstelijke daden. Wees open in het gevecht; vermijd dievengedrag.
  5. Ga alleen naar plekken die de gewone mensen angst aanjagen: plekken waar boze geesten samenkomen of waar er weervossen en giftige slangen zijn.
  6. Word doelgericht een misdadiger, laat je gevangen zetten en ontsnap door je eigen slimheid.
  7. Beschouw je positie als lager dan die van boeren en voorzie in je levensonderhoud door te helpen in de rijstvelden.

Toegestane bezittingen:

  1. Kleding: een gevoerd katoenen gewaad, ondergoed, een gordel, een gebleekt katoenen hemd, een handdoek van drie voet lang, een gekleurde hoofdband, een waskoord.
  2. Om vuur te maken: vuursteen en staal, tondel, wat aanmaakhout.
  3. Eetgerei: een strooien omhulsel [voor rijst en andere restjes], een bamboe veldfles.
  4. Verder: een reispas, papier, penseel en inkt, medicamenten, scharen, strooien sandalen, stuk henneptouw, gevlochten hoed.

Stephen Snelders

Deze voorschriften zijn vertaald door William Scott Wilson in zijn biografie van Miyamoto Musashi: The Lone Samurai (Kodansha, 2004).

Posted in Achtergrond

Dojo

Meer informatie over trainen bij Katsujinken.

Lees verder →

Meer uit deze categorie

Achtergrond

Uitgangspunten In een aantal dojo’s in Nederland wordt de oudst bestaande martiale kunst van Japan, Katori Shinto Ryu, beoefend langs de lijnen die onderwezen zijn door Yoshio Sugino (1904-1998), aangevuld […]

Lees verder →

Meer uit deze categorie