Het beoefenen van Katori Shinto Ryu betekent niet alleen het ontwikkelen van bepaalde vaardigheden in de kunde van het zwaard en andere slag- en steekwapens. Katori Shinto Ryu is een wijze van overdracht van een bepaalde traditie, een overdracht die van individu tot individu valt te herleiden tot tenminste 1447, het jaar van de stichting van de school.
Maar wat moeten we hier verstaan onder een traditie? Een traditie kan op zich een lege huls zijn: een rigide en geïnstitutionaliseerde vorm van overgeleverde gedragsregels, die een verabsoluteerde waarde hebben gekregen en niet meer middel zijn, maar doel.
Dit is niet het soort traditie dat voor ons interessant is. De vorm waarin de traditie zich voortzet, in dit geval de Ryu, heeft voor ons betekenis omdat ze het middel is waarin wij ons doel, het verder vormen en ontwikkelen van onszelf, kunnen nastreven. Ontwikkeling van onszelf door bestudering van een manier van zijn in de wereld, die in het dagelijks leven van onze (post-)moderne wereld moeilijk terug is te vinden.
Een krijgerstraditie leert ons de betekenis van zaken als zelfdiscipline, eer en loyaliteit, een open en respectvolle omgang met anderen, een waardering voor hiërarchische relaties daar waar die functioneel is, zoals op de trainingsmat, en de betekenis van de waarde van elk moment in ons tijdelijke leven. Bestudering van de traditie opent voor ons een innerlijke dimensie die te vaak ontbreekt in een wereld waarin welvaart, gemak en een comfortabel bestaan het belangrijkste lijkt om naar te streven. Een krijgerstraditie moet echter vooral niet verward worden met een soldatentraditie van absolute discipline en gehoorzaamheid, zoals ook binnen de vechtkunsten nog al te vaak lijkt te gebeuren.
Het mag al duidelijk zijn dat de traditie alleen daar op een waardevolle wijze wordt voortgezet, waar ze niet verstard is in formele patronen. Voortzetting van de ryu gebeurt dan ook niet via formele structuren, maar door persoonlijke bestudering en overdracht. Daarom houdt een levende ryu zowel vast aan tradities, als dat er in zekere zin een dynamische transformatie plaats vindt in veranderende tijden Рmaar zonder de essenties van de traditie te verliezen.
Net zoals elke leraar binnen de ryu zich de technieken toeëigent en transformeert naar gelang zijn eigen vaardigheden, karakter en lichaamsbouw (vechtkunde is immers geen abstracte wetenschap, maar een dynamisch proces), zo moet elke leraar ook de essenties van de traditie van de ryu kunnen overbrengen aan nieuwe en veranderende generaties. Etiquette is bijvoorbeeld één van die essenties, maar niet als doel, maar als middel. Vechtsport en vechtkunde beginnen en eindigen met etiquette, met een manier van omgaan met zichzelf én met anderen. Vanaf het moment dat de budoka, de vechtkunstbeoefenaar, de trainingsruimte betreedt tot en met het moment dat hij of zij die verlaat is zijn of haar gedrag onderworpen aan nauwkeurig omschreven richtlijnen. Voortdurend beleefd groeten: naar de kamiza (het ‘hoogste punt’ van de trainingsruimte, dat wil zeggen de plek waar psychische energie gefocust wordt), naar de leraar, naar de medeleerlingen, naar het eigen wapen. Voorgeschreven kleding, die gebaseerd is op die van de samurai en die de overgang van het dagelijks leven naar de trainingsruimte versterkt. Correcte houding: rechtop staan of rechtop zitten op de vloer, in seiza of kleermakerszit, hetgeen niet alleen aangeeft dat de oude samurai geen stoelen of banken hadden, maar dat zij ook elk moment gereed waren om de strijd aan te gaan. Elkaar niet onverhoeds aanvallen, maar respectvol (voor elkaar, omwille van het gevaar dat trainen met wapens inhoudt) in voorgeschreven vormen met elkaar oefenen. Op tijd beginnen en niet zonder toestemming van de leraar de les verlaten om niet de concentratie van anderen te verstoren.
Vorm en inhoud van de traditie versterken elkaar zo en zijn nauw aan elkaar gerelateerd; net zoals de geestelijke houding van de krijger zich vormt in de fysieke beoefening van het zwaardvechterschap, terwijl tegelijk alleen die geestelijke houding de fysieke beoefening verder helpt. Een levende en betekenisvolle ryu kan niet daar bestaan, waar alleen de uiterlijkheid van de traditie bestaat.
Stephen Snelders